Skip to content →

Beflijster

Kenmerk: De beflijster lijkt qua grootte en postuur sterk op de merel. Het mannetje heeft een zwart verenkleed. Op de borst hebben de veren lichte randen, daardoor lijkt het of de borst ‘geschubd’ is. Het meest opvallend is een brede witte streep op de borst, de ‘bef’. De ondersnavel van het mannetje is oranje. Het vrouwtje is bruin gekleurd en op de borst neigt de kleur naar lichtgrijs. De beflijster is even groot als de merel, 24 tot 26 cm. Onvolwassen vogels hebben geen witte bef, maar alleen lichte spikkels.
De beflijster komt voor in bergachtige gebieden in Scandinavië, Verenigd Koninkrijk, Centraal-Europa en de Kaukasus  en broedt daar in lichte naaldbossen, sparren en moerasbossen. In West-Noorwegen broedt de vogel ook in struikgewas bijna op zeeniveau.In Nederland en België is de beflijster een doortrekker die vooral op de voorjaarstrek in april wordt gezien in open terrein en ook op de najaarstrek in oktober, maar dan opvallend minder. De trekroute naar het noorden ligt waarschijnlijk oostelijker dan de trekroute naar het zuiden.
De beflijster voedt zich met weekdieren, bessen, insecten en hun larven, maar hoog op het menu staan ook regenwormen.