Skip to content →

Boerenzwaluw

Kenmerk Het mannetje van de boerenzwaluw heeft opvallend lange buitenste staartpennen. Het lichaam van de boerenzwaluw is slank en gestroomlijnd, de nek is erg kort en de vleugels zijn lang en smal. Hiermee is de boerenzwaluw goed toegerust voor een lang verblijf in de lucht. De korte poten en kleine tenen hebben weinig spieren in vergelijking met die van andere vogelsoorten. De boerenzwaluw rust relatief weinig en gebruikt de poten zelden om zich te ankeren. De korte snavel is geschikt voor het vangen van grote insecten en is aanzienlijk breder dan die van de meeste andere vogels die op vliegende insecten jagen. De totale lichaamslengte van een volwassen mannetje, inclusief de uitstekende staartveren, is meestal 17 tot 19 centimeter. De lichaamslengte kan echter variëren van 14,5 tot 20 centimeter. De vleugelspanwijdte bedraagt 32 tot 34,5 centimeter en het gewicht ligt tussen de 16 en 22 gram. Het vrouwtje heeft veel kortere staartpennen en meestal een kleinere spanwijdte. Ze heeft daarentegen een grotere snavel en grotere poten en weegt gemiddeld meer dan een mannetje.