Kenmerk De vogel is 40 tot 51 cm lang, inclusief de staart.Het opvallende bonte verenkleed en de lange staart, samen met de luide karakteristieke roep, maken de soort onmiskenbaar. In open landschap trekt de vogel de aandacht door in groepjes van twee of drie met snel bewegende vleugels een voor een langs te vliegen, onderwijl krassend. Als de vogel neerstrijkt wordt de lange staart meteen omhoog getild, en zorgvuldig van de grond gehouden. Kop, nek en borst zijn glanzend zwart met vaak een metaalgroene of -blauwe glans; de buik en schouders zijn zuiver wit; de vleugels hebben een groene weerschijn. De slagpennen hebben witte binnenvlaggen, wat van onderaf zichtbaar is. Poten en snavel zijn zwart. De jongen lijken op de ouders, maar hebben aanvankelijk niet dezelfde weerschijn op de roetzwarte delen van hun verenkleed. Het mannetje is iets groter dan het vrouwtje. Dominante dieren hebben tevens een langere staart dan de niet-dominanten.