Kenmerken: Het is een forse, vrij gedrongen vogel met korte hals en poten en een middellange snavel. De kanoet is 23 tot 26 cm lang. De kanoet heeft in zomerkleed een dieporanje gekleurde kop, borst en buik. Het winterkleed is veel minder spectaculair. De vogel is dan grijs van boven, hoewel iedere veer is afgezet door een smal wit randje. Van onder is hij wit, de snavel is donker en de poten grijsgroen. Een goed kenmerk is een wat gestreepte flank. De kanoet broedt in het hoge noorden rond de gehele Noordelijke IJszee. ’s Winters is de vogel te vinden langs de kusten van West-Europa, Noord-Amerika en Zuid-Amerika tot op de zuidpunt, West- en Zuid-Afrika, Australië Nieuw-Zeeland. De vogel zoekt zijn voedsel op stranden en in modder, bijvoorbeeld in waddengebieden en riviermondingen met slikgebieden. Op de foto’s de kanoet in winterkleed gemaakt op de Brouwersdam