Kenmerken
Deze behendige muggenvanger wordt slechts 13 cm lang en heeft een overwegend variabel bruin verenkleed van lichte tinten aan de onderzijde en iets donkere tinten aan de bovenzijde. De vleugels hebben een lichte, roestbruine tint. Het nest van de kleine karekiet is een kunstig gevlochten mandje van natte plantenresten tussen twee tot vier rietstengels. Omdat die plantenresten ook modder bevatten dat geleidelijk opdroogt, werkt dit als een soort plaksel of cement waardoor het nestje toch een stevig verankerd bouwsel wordt. De rand wordt vaak bekleed met spinrag, terwijl de binnenkant wordt afgewerkt met rietpluimen, die de vogel zelf afbreekt.
Kleine karekieten komen tijdens het broedseizoen in vrijwel geheel Europa voor, met uitzondering van Ierland en Noord-Scandinavië.
In de winter verblijven de meeste kleine karekieten uit Nederland in de mangrovebossen langs de West-Afrikaanse kust, van Senegal tot aan Guinee-Bissau. In een droog seizoen zijn er weinig insecten en heeft de kleine karekiet meer moeite met het aanleggen van een vetvoorraad voor de voorjaarstrek. De overlevingskans van zowel jonge als volwassen kleine karekieten blijkt voor 23-25% samen te hangen met de hoeveelheid neerslag in de Sahel.