Skip to content →

Kuifduiker

Kenmerken De kuifduiker heeft een lichaamslengte van 20 tot 22 centimeter. Ze zijn daarmee duidelijk groter dan de dodaars en hebben een minder gedrongen lichaam en een langere nek dan de dodaars. De mannetjes zijn gemiddeld iets groter dan de vrouwtjes. In de mannetjes zijn de vleugels 13,2 tot 16,0 centimeter lang, de snavel is 2,0 tot 2,7 centimeter lang en het gewicht bedraagt 320 tot 570 gram. Vrouwtjes hebben een vleugellengte van tussen de 12,4 en 15,3 cm, en een snavellengte van 1,9 tot 2,5 centimeter. Vrouwtjes wegen in de wintermaanden 300 tot 430 gram. De snavel is bij beide geslachten blauwgrijs tot zwart met een vleeskleurig basis en een heldere, bijna witte punt. De veren boven op de kop liggen plat. De iris is tijdens het paarseizoen diep rood en roze daarbuiten. De pupil is omgeven door een smalle, zilverwitte ring. De poten zijn grijs, met blauw tot blauw-groen voeten. De poten zit vrij ver naar achteren aan het lichaam. De kuifduiker is ongeveer even groot als de geoorde fuut.’s Zomers in zijn prachtkleed heeft deze vogel een prachtige goudbruine oorpluim op een donkerbruine kop. Het winterkleed is heel wat minder opvallend. Dan is de kopvorm onderscheidend, maar dat is op grote afstand vaak lastig te zien. Het zwart boven op de kop is bij de kuifduiker duidelijker afgegrensd is en houdt onder het oog abrupt op.  De trekvogels worden buiten de broedtijd in kleine aantallen langs de Noordzeekust van de Lage Landen gezien (vooral in Zeeland), maar soms ook in zoete wateren Op de foto’s Kuifduiker in winterkleed gefotografeerd bij de Brouwersdam