Skip to content →

Kuifkoekoek

Kenmerken
De rug is grijsbruin met witte vlekken, terwijl de onderzijde vaalwit is. Het bovenste gedeelte van de kop is grijs van kleur. Op de kop bevindt zich een onduidelijke kuif. De vogel is ongeveer even groot als de koekoek, maar lijkt groter vanwege zijn brede vleugels en lang smalle staart. De kuifkoekoek wordt 35 tot 39 centimeter lang en 125 gram zwaar. Ze voeden zich met grote harige rupsen, sprinkhanen en kleine hagedissen, die ze gewoonlijk van de grond pikken en daar ook verorberen. De harige rupsen worden eerst van de ‘haren’ ontdaan voordat ze worden opgegeten. De kuifkoekoek is een broedparasiet die zijn eieren vooral in nesten van de kraaiachtigen (onder andere de ekster en kraaien) en spreeuwachtigen legt. Anders dan de koekoek gooit het kuiken van de kuifkoekoek de andere kuikens niet uit het nest. Het jong van de kuifkoekoek groeit wel sneller dan de andere kuikens, en krijgt meer voedsel van zijn pleegouders. Na een week zitten de kuifkoekoekkuikens op de helft van het uitvlieggewicht. Het is een vogel van halfopen gebieden met struikgewas een boomgroepen. De kuifkoekoek komt voor in delen van Afrika onder de Sahara, Klein-Azië tot in West-Iran en in delen van Noord-Afrika en Zuid-Europa. In het noorden en in het zuiden (Zuid-Afrika) is het een trekvogel die in de winter naar warmere gebieden trekt. Het zijn broedvogels in Zuidwest-Europa, het Middellandse Zeegebied, het Midden-Oosten en Afrika. Zij trekken in augustus en september naar Afrika om te overwinteren en keren terug naar de broedgebieden vanaf eind maart. In West-Europa is de kuifkoekoek een dwaalgast.
Foto’s gemaakt op Lesbos Griekenland.