Skip to content →

Merel

Kenmerken Een mannetjesmerel is een middelgrote zangvogel, 24-25 centimeter met een spanwijdte van 34 tot 38,5 centimeter. Ze wegen tussen de 80 en de 110 gram. Zijn hele lijf is egaal zwart, op een opvallende, oranje, spitse snavel, die van groot belang is bij hun onderlinge communicatie, en een ook opvallende gele oogring na. Dit zwarte verenpak leverde hem de Engelse naam blackbird (“zwarte vogel”) op. In de vlucht is te zien dat de veren aan hun vleugelpunten vooral aan de onderkant bleker zijn dan de andere veren.  Een vrouwtjesmerel heeft een aardbruin tot licht roodbruin lijf en is dus lichter dan het mannetje, maar donkerder dan alle andere lijsters. Haar snavel is bruingeel gekleurd. Zij heeft donkere strepen op de keel en een gespikkelde of donker gevlekte onderzijde, een onduidelijk patroon. Andere lijsters zijn duidelijker gevlekt, een vrouwtjesmerel lijkt van op een afstand zelfs egaal bruin. Vrouwtjes krijgen op een hogere leeftijd een gele snavel en een witte keel en borst. Verwarring met de zanglijster komt het meeste voor, maar de wijfjesmerel is veel slanker en de merelstaart is langer dan bij zijn familieleden. Merels worden gewoonlijk een tot vijf jaar oud.De merel is een uitbundige zanger en zingt vaak vanaf een hoog punt, zoals een boomtop of dakrand. Het mannetje zingt vanaf februari, vooral ’s morgens en ’s avonds. De zang is een vol, aangenaam, melancholisch muzikaal lied met vele variaties, dat vaak eindigt in zachte, krassende geluiden. De zanglijster heeft een meer herhalende en driftige zang en de grote lijster zingt luid en bellend. Het merelmannetje zingt het meest als zijn vrouwtje op de eieren zit. Tevens is een fluisterzang bekend, vooral buiten de broedperiode. Merels zijn alleseters en voeden zich onder meer met wormen, insecten, bessen, brood, zaden, afval en diverse soorten vogelvoer. Ze hebben een territorium dat door het mannetje vinnig wordt verdedigd tegen soortgenoten en ook wel tegen kleinere vogels.