Skip to content →

Middelste zaagbek

Kenmerken: Een volwassen middelste zaagbek is 52-58 cm lang met een spanwijdte 67-82 cm. Deze zaagbek heeft een stekelige kuif en een lange, dunne rode snavel met randen waarop klein tandjes zitten. Het volwassen mannetje heeft een donkerblauw-zwarte kop met een groene glans, een witte hals met een roestbruine borst. Hij is zwart op de rug en wit van onder. Het volwassen vrouwtje heeft een roestbruine kop en een grijsachtig achterlijf. Jonge vogels zien eruit als de vrouwtjes, maar ze missen de witte kraag en hebben minder wit op de vleugels. De middelste zaagbek is iets kleiner dan de grote zaagbek. Verder verschilt het volwassen mannetje van de middelste zaagbek van de grote zaagbek door zijn stekelige kuif en bruine borst. De grote zaagbek is wit van voren en heeft niet zo’n kuif. Ze eten voornamelijk kleine visjes, maar ook waterinsecten, schaaldieren en kikkers. Middelste zaagbekken komen als broedvogel voor in zoetwatermeren en rivieren in noordelijk Noord-Amerika, Groenland, Europa en Azië. Ze nestelen op beschutte plaatsen op de grond in de buurt water. Het is een trekvogel die overwintert aan de kusten zuidelijk van het broedgebied. De middelste zaagbek is in Nederland een uiterst schaarse broedvogel en staat daarom als gevoelig op de Nederlandse Rode Lijst. Tussen 1900 en 1950 waren drie broedgevallen bekend.