Skip to content →

Ooievaar

Kenmerken De ooievaar, is een grote, witte vogel met zwarte vleugelranden en rode poten en snavel. Een ooievaar wordt 0,95 tot 1,10 m groot (bek tot uiteinde staart). De vleugelspanwijdte is 195 tot 215 cm en wegen 2,3 tot 4,4 kg. Zoals alle ooievaars hebben ze lange poten en een lange puntige snavel. Mannelijke en vrouwelijke exemplaren hebben met uitzondering van de grootte hetzelfde uiterlijk. Het mannetje is hierbij gemiddeld groter dan het vrouwtje. Het verenkleed is voornamelijk wit met zwarte slagpennen en vleugeldekveren.  De draagkracht van de lange en brede vleugels laten de ooievaar toe om makkelijk op te stijgen. Als carnivoor eet de ooievaar een breed scala aan dierlijk prooien, inclusief insecten, vissen, amfibieën, reptielen, kleine zoogdierenen kleine vogels. Hij pakt het meeste voedsel van de grond, tussen lage vegetatie en uit ondiep water. Het is een monogamebroeder, maar vormt geen paar voor het leven. Het paar bouwt een nest bestaande uit grote takken, dat soms meerdere jaren wordt gebruikt. Het vrouwtje legt elk jaar één legsel van gewoonlijk vier eieren, die 33 tot 34 dagen na het leggen asynchroon uitkomen. Beide ouders broeden om beurten de eieren en voeden ook beide de jongen. De jongen verlaten het nest 58 tot 64 dagen na het uitkomen en worden hierna nog 7 tot 20 dagen gevoed door de ouders.