Skip to content →

Scharrelaar

Kenmerken De scharrelaar wordt ongeveer 30 centimeter lang en 127 tot 154 gram zwaar en heeft een overwegend blauw verenkleed. Hij heeft een grote kop en een krachtige, dikke, zwarte snavel. Het verenkleed is helder lichtblauw met diepblauwe kleine vleugeldekveren, stuit en delen van de ondervleugel. De rug is bruin, de vleugelpunten en de bovenkant van de staart zijn zwart. Juveniele vogels zijn valer en hebben een lichter bruine rug. Scharrelaars kunnen vaak zittend op een uitkijkpost, zoals een telefoonpaal, een draad of tak, worden aangetroffen. Vanaf deze positie kunnen ze zich op een over de grond kruipende prooi storten, waarna ze weer naar hun post terugkeren om deze op te peuzelen. Scharrelaars broeden meestal alleen, soms met enkele paartjes. De broedomgeving bestaat uit land met verspreide groepen bomen, bosranden, lanen of parken.  Scharrelaars eten vooral insecten zoals kevers en sprinkhanen en andere ongewervelden als slakken en wormen maar ook kleine gewervelden zoals kikkers, muizen en hagedissen. (foto gemaakt op Kefalonia Griekenland)