Kenmerken De slangenarend is 62 tot 69 cm lang en heeft een spanwijdte van 1,62 tot 1,78 m. Het is dus een vrij grote arend met zwart relatief grote, uilachtige kop (met grote gele ogen). In alle kleden heeft de soort een zeer lichte onderzijde, met in de meeste gevallen een donkere kop (bivakmuts), maar ook exemplaren met een lichte kop komen voor. De vleugels zijn lang en breed, zonder polsvlekken op de ondervleugels. In glijvlucht wordt de pols op een kenmerkende wijze gehoekt naar voren gehouden. De staart is vrij lang, scherp gehoekt en recht afgesneden, gebandeerd met een aantal smalle donkere dwarsbanden en een donkere eindband. De slangenarend zoekt zijn prooi (reptielen) door vrij langzaam boven open gebieden te vliegen, waarbij hij veelvuldig bidt, met hangende poten en een naar beneden gerichte kop. Omdat slangen en hagedissen ’s winters niet voorhanden zijn, trekt de slangenarend in de herfst naar het zuiden. Foto’s gemaakt op Lesbos Griekenland