Kenmerken De vogel is 13,5 tot 15 cm lang. Uiterlijk lijkt de vogel sterk in de kleine karekiet. Beide soorten zijn overwegend bruingrijs van boven, licht van onder en met een smalle lichte oogstreep. De snor is iets meer groenig op de rug en heeft licht roodbruine, gerande onderstaartdekveren. De vogel laat een “snorrende” zang horen die lijkt op die van de sprinkhaanrietzanger, die ook in rietvelden leeft, maar dan vaak in combinatie met struikgewas. Het voedsel bestaat uit insecten, larven en spinnen. Het leefgebied bestaat uit uitgestrekte rietvelden met voornamelijk hoog riet en niet te veel afwisseling met andere oevervegetatie. De snor nam in Nederland toe toen de Flevopolders droog vielen en daarin enorme rietvelden ontstonden. Elders in Nederland bleek dat de vogel juist in aantal afnam. De snor op de Nederlandse rode lijst gezet als kwetsbare soort.