Skip to content →

Steltkluut

Kenmerken Deze vogel heeft enorm lange, roze poten (bijna de helft van de totale lengte), een zwart-wit verenkleed en een lange, rechte naaldfijne snavel. De mantel en vleugels zijn zwart, de kop en kruin zijn wit (vaak grijs bij mannetje). Juveniel lijkt op adult, maar de bovenzijde is bruiner en de poten vuilroze of grijzig. In de vlucht steken de poten ver buiten de staart uit en contrasteren de zwarte ondervleugels sterk met het witte lichaam. Als hij niet in het water loopt, moet hij diep doorbuigen om voedsel op te pikken. Het voedsel bestaat uit insecten, slakken en wormpjes. De steltkluut komt als broedvogel voor in Frankrijk, Spanje, Portugal, Griekenland, Turkije en Afrika. Verder ook op Madagaskar en grote delen van Midden- en Oost-Azië, India en Sri-Lanka en Indochina. Vogels uit Europa en Midden-Azië overwinteren in Afrika en Zuid-Azië en de Indische Archipel. De vogel broedt in zoetwatermoerassen, langs meren en ondergelopen riviervlakten, soms in zoutpannen. In tegenstelling tot de kluut komt de steltkluut weinig in Nederland voor. In periodes van grote droogte in deze streken komt het voor dat sommige steltkluten naar Noordwest-Europa trekken. In 1931 broedde er voor het eerst een paar in Nederland.