Kenmerken Een volwassen exemplaar is 30 tot 38 centimeter groot. Het mannetje heeft een grijsblauwe kop en nek, een roodbruine rug en vleugels met donkere vlekken. De staart is blauwachtig grijs en heeft een zwarte eindband. Het vrouwtje is identiek aan het mannetje, maar heeft een bruine kop en nek, dwarsbandjes op de rug en vleugels en een bruine staart. Het voedsel bestaat voornamelijk uit kleine zoogdieren en insecten, bijvoorbeeld muizen en kevers. Torenvalken zijn in staat urinesporen van muizen te detecteren. Hierdoor kunnen ze snel populaties van muizen vinden en bejagen. Ze bouwen zelf geen nest, maar kiezen vaak een oud kraaiennest als nestplaats. Ook gebruiken ze graag nestkasten waar ze zicht hebben op een open ruimte waar ze kunnen speuren naar voedsel. Het gehele jaar komen torenvalken in een groot deel van Europa voor, waaronder Nederland en België. Ze komen voor op allerlei plaatsen, van weilanden en bosranden tot ook in steden. De dieren zijn vaak te zien langs autowegen. Torenvalken kunnen stil in de lucht hangen met snelbewegende vleugels (“bidden”) en een gespreide staart. Tijdens het bidden kijken ze naar beneden op zoek naar een prooi. Als ze deze hebben gevonden, duiken ze erop af.