De vogel is 55 tot 65 cm lang en heeft een spanwijdte van 88 tot 105 cm. De vogel heeft het formaat en enigszins het uiterlijk van een wulp, maar met vrijwel egaal zwart verenkleed. Het is echter geen steltloper. Op korte afstand zijn kop, bovendelen, vleugels en staart glanzend groen. ’s Winters doffer met kop en nek onopvallend wit gestreept; juveniel gelijk maar bruiner en met minder witte streping. Vliegt met brede, afgeronde vleugels, met neergebogen snavel, gestrekte nek en iets afhangende poten; wisselt snelle vleugelslagen af met glijvluchten. Foto’s gemaakt in broedkolonie op Mallorca. Nestelt in bomen, struiken of hoog riet in de buurt van water. Bezoekt ondiepe meren, lagunes, vloedlanden, delta’s, rivieren en mondingen, geïrrigeerde landbouwgrond, rijstvelden.
voedsel: Voornamelijk insecten: vliegen, kevers, sprinkhanen, krekels, libellen, etcetera. Ook bloedzuigers, schelpdieren, wormen en garnalen.